maandag 16 mei 2016

Slapen in een Ger....

Nog nauwelijks bekomen van alles van de afgelopen nacht gaat om 6 uur in de ochtend de wekker van mijn telefoon al weer af. Binnen een uur zullen we aankomen in Ulaanbaatar, de hoofdstad van Mongolië. We wassen ons even, en ruimen de rugzakken en de koffers weer in. We naderen Ulaanbaatar door een industriegebied, ik vind het er maar rommelig en verwaarloosd uitzien. Nadat we zijn gestopt zoeken we onze gids op, een kleine vrouw die ons naar de bus brengt. Daar zitten al weer heel wat bekenden, je komt elkaar schijnbaar tijdens zo'n reis steeds tegen. De eerste gang is naar een bank om Mongoolse Tikret in te slaan. Vijf minuten later sta ik weer buiten, 100.000 Tikret rijker, 44 euro armer. Nadat er nog enkele reizigers bij een guesthouse zijn afgezet gaan we op weg naar het Terelj nationaal park. Het verkeer in Ulaanbaatar is een puinhoop, anarchie en chaos ten top. Mijn eerste indruk van de stad is nog niet erg positief, over twee dagen keren we hier terug, we zullen zien. Heel langzaam raken we uit de stad, al het verkeer zit vast. Op de hoofdweg uit de stad worden de gekste capriolen uitgehaald. Als we de afslag naar het standbeeld van Djengiz Kahn nemen, ons eerste doel voor deze dag, wordt het een stuk rustiger, en de weg ook een stuk beter. De wegen in de stad zijn uitermate slecht.
We zijn bijna de eerste bezoekers die dag, er staat slechts één bus. Over smaak valt te twisten, maar de feiten liegen niet, dit is het grootste standbeeld ter wereld. Nadat we buiten wat foto's hebben gemaakt kopen we een kaartje en nemen de lift naar de top. Tussen de oren van het paard is het uitzicht imposant. We maken snel wat foto's, het is er nu rustig. Ik kan niet naar het beeld kijken zonder te niezen, zo schittert het aluminium. We dalen af naar het restaurant, nemen een kop koffie en bekijken de making of the statue.
Dan stappen we weer in de bus, op weg naar ons einddoel Terelj National Park. Daar gaan we twee nachten slapen in een authentieke ger, de tent waarin een groot deel van de Mongoliërs nog steeds woont. We verlaten het asfalt van de hoofdweg, en via bochtige weggetjes vervolgen we onze weg. We moeten meerdere keren stoppen voor overstekende kuddes paarden, koeien, geiten of schapen. Ook zien we regelmatig een yak. Na twee uur hobbelen bereiken we ons einddoel. Het is een soort kamp met omheining met daar binnen in de gers, een toiletgebouw en een grote ger die dienst doet als restaurant.
We worden ontvangen door een klein meisje dat ons heel schattig in het engels welkom heet. Het duurt niet lang of ze is aan het donderjagen met Vincent, verstoppertje spelen. Om 13:00 krijgen we de lunch, die smaakt prima. Bij de lunch blijkt dat we elkaar allemaal al kennen uit de diverse treinen, hostels en hotels. Maar vanaf nu gaan we allemaal onze eigen weg, sommigen blijven hier 10 dagen. We zitten met Peter en Karin, het stel uit IJzendijke samen in een ger.
Tijdens de lunch vraagt de gids wie mee wil voor een tocht naar een speciale rotsformatie en naar een boeddhistisch klooster, het lijkt ons wel wat, en we geven ons op. Om twee uur vertrekken we en het is een stevige tippel met nogal wat hoogteverschil. Na twee uur zijn we bij de rotsformatie.
We smokkelen een eindje met een busje en lopen dan het laatste stukje naar het klooster, een hele stevige opgave, erg steil.
We keren met het busje terug en trakteren ons op een mongools biertje. Vincent koelt het bier met sneeuw wat nog tegen de wand van een ger ligt. Het heeft hier enkele dagen geleden nog flink gesneeuwd. Nu is het echter warm, we hebben de hele dag in korte broek en shirt gelopen. Na het diner steken we de houtkachel aan en stappen we onder de douche. Als we terugkomen is het knap warm in de ger. Iedereen is moe, dus we kruipen op tijd onder de wol. Het duurt slechts enkele minuten, en iedereen slaapt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten