woensdag 18 mei 2016

Terug naar Ulaanbaatar

Onze laatste nacht in de Ger is voorbij. Ik heb nog snel even enkele foto's van de opkomst van de zon gemaakt. We ontbijten snel, dan komt de bus die ons terug naar Ulaanbaatar zal brengen. We nemen hartelijk afscheid van de ploeg die ons gedurende die dagen hebben verzorgd. We komen daar door de verkeerschaos ontzettend laat bij het hotel aan. Onze gids, waarmee we naar een oude boeddhistische tempel gaan staat al te wachten. Gelukkig is hij een geduldig man. We brengen onze spullen naar de kamer trekken andere schoenen aan en stappen bij hem in de auto. Het is een hele luxe Nissan met het stuur net als bij ons links. Je ziet hier veel Japanse importauto's rijden die het stuur rechts hebben, die zijn namelijk een stuk goedkoper hier. Een Toyota Prius tweedehands van goede kwaliteit kost 4.000 euro. Er rijden hier hoofdzakelijk Toyota's, Europese zie je hier bijna niet. We rijden een uur de stad uit, de laatste kilometer over een ontzettend slechte rotsweg. Op de vraag van Vincent of er een bodembescherming onder de auto zit volgt een ontkennend antwoord. Onze gids blijkt de zakenpartner van de eigenaar van het reisburo te zijn waar wij hebben geboekt. We stoppen op een grote parkeerplaats, en maken ons gereed voor vertrek. De gids gaat er meteen vol tegenaan, we lopen stevig door. Het is 6 kilometer lang in totaal 650 meter omhoog. Heel geniepig nemen wij het tempo over, en binnen 20 minuten zit de gids hijgend op een rots.
De rest van de trip gaat in een wat rustiger tempo, hij heeft zijn lesje geleerd. We lopen en klimmen door een naaldbos. Overal springen eekhoorntjes weg, en we zien sporen van een wild varken. Hoe hoger we komen hoe natter de grond wordt, we passeren stukken met sneeuw. Na ongeveer twee uur klimmen en lopen komen we op de top. We kunnen vaag Ulaanbaatar zien liggen, vaag, want het lijkt mistig, dat is het niet, het is een heldere dag, de temperatuur is boven de 25 graden. De mist is rook vanuit Siberië, daar wordt de toendra nu afgebrand, de rook trekt naar Mongolië. Onze gids doet enige rituelen bij de heilige plek, wij doen driftig mee, en daarna eten we ons lunchpakket en dalen weer af naar de parkeerplaats. Onderweg steken we nog bij de ruïnes van het oude boeddhistische klooster aan.
Als we bij de auto zijn hebben we het wel helemaal gehad. Op de terugweg zien we nog een gewone vrachtwagen waar 5 paarden op staan vastgebonden, veevervoer in Mongolië.
Onze gids blijkt Martijn Krabbé goed te kennen, hij heeft hem bij een programma in Mongolië begeleid. Martijn vond daar een mooie jonge hond, en die heeft de gids voor hem naar Nederland gebracht, leuke anekdote. Tegen half zes zet de gids ons bij het hotel af. Op de kamer inspecteer ik mijn schoenen, finaal aan gort, lopen door de wildernis is iets anders dan lopen over paden. Ik gooi ze in de prullebak. Na het douchen gaan we de stad in, even lekker eten bij de New Nomads, een prima hotel. We nemen een schotel met vlees van de dieren die het meest in Mongolië voorkomen, koe, paard, schaap en geit.
We slaan nog wat spullen in voor de treinreis naar Beijing, die twee dagen gaat duren. Daarna gaat Vincent met wat kennissen de stad in, ik besluit het blog bij te werken, neem een mongools biertje en ga slapen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten